Profielen van begaafde leerlingen
Een bruikbaar kader om meer inzicht te krijgen in (de verschillende uitingsvormen van) hoogbegaafdheid zijn de profielen van begaafde leerlingen (Betts & Neihart, 1988, 2010) en de uitwerking van de profielen (Houkema, 2015). De profielen zijn nog altijd onveranderd actueel en bruikbaar. Betts & Neihart ontwikkelden de zes profielen van begaafde en getalenteerde leerlingen en baseerden zich daarbij op observaties, interviews en literatuurstudie. Vervolgens zijn deze profielen op basis van wetenschappelijk onderzoek verder aangescherpt. De zes profielen zijn: de zelfsturend-autonome, de aangepast-succesvolle, de onderduikende, de uitdagend-creatieve, de risicoleerling en de dubbel-bijzondere leerling.
Belangrijk aandachtspunt bij deze profielen is dat deze niet statisch zijn: ze laten zien hoe een begaafde leerling zich in een bepaalde context profileert. Dit kan dus veranderen; een leerling zit niet ‘vast’ in een bepaald profiel. De profielen bieden een typering en geven inzicht in de psychologische behoeften van de leerlingen. Ze zijn bedoeld om te verkennen wie de leerling is en wat deze nodig heeft.
Desiree Houkema werkte de profielen uit in een overzichtelijk document waarin ook wordt uitgelegd welke ondersteuning deze leerlingen thuis en op school nodig hebben.
Over deze profielen valt natuurlijk nog veel meer te zeggen. Mogelijk herken je jouw zoon, dochter of een leerling in een van de profielen. Of misschien heb je vragen over de toepassing van deze informatie in de (onderwijs)praktijk. Ik denk graag met je mee!